
11 mrt 2025 / Alexander Eichenlaub
Wat mij zo fascineert aan macrofotografie
Wat mij zo fascineert aan macrofotografie
Alexander Eichenlaub is het liefst met zijn camera in de natuur. In de lente is hij 's ochtends vroeg op pad om het glinsterende wonderland van insecten te besluipen. Zijn favoriete gereedschap: de 90mm F/2.8 Di III MACRO VXD lens.

Ik voel me net Alice in Wonderland als ik plat op de grond lig en door de 90mm F/2.8 Di III MACRO VXD naar de bloeiende weiden om me heen kijk. Vooral 's ochtends vroeg, als de temperaturen nog vrij laag zijn, lijkt de tijd stil te staan in dit wonderland dat natuur heet. De anders zo beweeglijke insecten die zich vastklampen aan de grassprieten en bloemen blijven onbeweeglijk door de nog lage temperaturen. Afhankelijk van de weersomstandigheden zijn ze ook bedekt met ontelbare kleine dauwdruppels, die nu schitteren als kleine diamanten in de eerste zonnestralen.
Het zijn precies deze magische motieven die ik op de sensor van de camera wil vastleggen, maar dat vergt veel voorbereiding. Allereerst moest ik natuurlijk een geschikte plek vinden om de glinsterende insecten op te sporen. Ik plan altijd heel gericht en probeer toeval uit te sluiten.

Waar kan ik insecten vinden?
Iedereen die zich bezighoudt met insecten kent de speciale habitatvereisten van de individuele soorten. In de regel hebben ze bepaalde planten nodig om te leven. Dit betekent dat waar deze planten voorkomen, er een grote kans is op het vinden van de bijbehorende insectenpopulaties.
De aurora vlinder is bijvoorbeeld dol op weidekruid dat in de lente bloeit. Overal waar beemdblad groeit, is de kleine vlinder meestal wel ergens te vinden. Het is interessant om op te merken dat een grote verscheidenheid aan soorten meestal te vinden is op plekken waar de toevoer van voedingsstoffen in de bodem niet bepaald ideaal is. Bijvoorbeeld op heide of droog grasland.
Ik ga dan naar deze plek tijdens de vliegtijden van de gewenste insecten. Overdag kijk ik eerst of ze hier wel actief zijn. Als ik ze vind, moet ik geduld hebben. Overdag zijn de kleine vliegende acrobaten te actief om te fotograferen. Dat lukt pas tegen de avond, als ze zich op één plek vestigen voor de nacht. Als het me lukt om deze plekken te onthouden of op de een of andere manier te markeren, is de kans groot dat ik dezelfde insecten de volgende ochtend weer vind. Voor en tijdens zonsopgang zijn de beste tijden om ze te fotograferen.
Dit veronderstelt natuurlijk dat het insect 's nachts niet het slachtoffer is geworden van een roofdier. Het is me al eens overkomen dat een roofvlieg 's avonds op een bloem neerstreek en later werd gegrepen en opgegeten door een krabbenspin die eronder op de loer lag. In dit geval moest ik op zoek naar een nieuw onderwerp.
Als de locatie duidelijk is, pak ik die avond mijn fototas in. Naast de 90mm F2.8 macro en de camera neem ik een opvouwbare reflector mee voor schaduw, een draadontspanner, een zitzak en een statief.
Na een meestal erg korte nacht ga ik ongeveer een uur voor zonsopgang op pad, afhankelijk van de afstand. Ik wil tenslotte mijn eerste foto maken bij de eerste zonnestralen.

Het voordeel is dat er helemaal geen wind is, want zelfs de kleinste beweging van mijn onderwerp zou leiden tot onscherpte. En dat is wel het laatste wat ik wil. Voor mij gaat het erom de fijne details te laten zien die ik met het blote oog niet kan zien. Dat maakt macrofotografie zo fascinerend voor mij.
Voordat ik in positie ga staan, schakel ik de autofocus uit. Vervolgens plaats ik mijn camera op het statief of de bonenzak voor het onderwerp, zodat het evenwijdig is aan de sensor. Dit is uiterst belangrijk om een consistent scherp onderwerp te krijgen. Bij macrofotografie besteed ik meestal de meeste tijd aan het nauwkeurig uitlijnen van de camera.
Als het perspectief goed is, bevestig ik de reflector zo dat hij de vlinder in de schaduw zet. Zo voorkom ik dat mijn onderwerp te sterk wordt belicht en dat de contrasten te hoog worden. De schaduw zorgt ervoor dat alle details die ik wil in de foto zichtbaar zijn.

Scherpstellen vereist concentratie. Ik stel zo scherp dat het oog van het dier altijd scherp is. Door vooraf zorgvuldig scherp te stellen, heb ik nu de mogelijkheid om het hele dier scherp vast te leggen zonder al te veel te hoeven diafragmeren. Het open diafragma zorgt voor een prachtig bokeh-effect in de achtergrond. Mijn onderwerp komt het beste tot zijn recht tegen deze onscherpe, heldere achtergrond.
Ik probeer ook om de zitplaats van het insect, d.w.z. de grasspriet of de stengel van de bloem, zachtjes uit het beeld te laten verdwijnen. Ik bereik dit met "kunstmatige mist", bijvoorbeeld door een brede grasspriet of een blad tussen het onderwerp en de lens te houden. Met de live-weergave kan ik de intensiteit en het effect van deze mist op verschillende afstanden regelen - en vervolgens de foto nemen met de gewenste intensiteit.
Ik zorg er instinctief voor dat er helemaal geen wind is voordat ik de belichting start met de draadontspanner. Overigens zou de draadontspanner idealiter zonder merkbare vertraging moeten afgaan om het perfecte moment te kunnen pakken.
De foto zit in het blik. Nu is het tijd om dit glinsterende wonderland te verlaten, mijn bedauwde kleren uit te trekken en naar bed te gaan. Meestal ben ik voor 7 uur weer thuis en ik ben uitgeput van de tour. Dus mijn ochtendkoffie en fotobewerking moeten nog even wachten.
About the author: Alexander Eichenlaub

Alexander Eichenlaub, geboren in 1989, groeide op in Eckernförde aan de Oostzee. Met een vader die als boswachter werkte, bracht hij een groot deel van zijn jeugd buiten door en ontwikkelde hij een diepe liefde voor de natuur. Het was dan ook vanzelfsprekend dat hij zich als fotograaf specialiseerde in landschappen en wilde dieren.