Flexibel op pad: welke lenssetup past bij jouw reis?

Als we reizen, willen we zo flexibel mogelijk kunnen fotograferen — zonder meer mee te sjouwen dan wat in een rugzak past. De juiste set lenzen maakt dat mogelijk. Met de juiste brandpuntsafstanden ben je klaar voor elke situatie, zonder in te leveren op gewicht of formaat.

Veel fotografen kiezen nog steeds voor de klassieke combinatie: groothoek, standaardzoom en telelens. Vroeger was de 17–28mm een populaire reisgenoot; vandaag is hij opgevolgd door de 16–30mm G2, die perfect de G2-serie van TAMRON aanvult. Voeg daar een standaardzoom aan toe zoals de 28–75mm G2 en een telelens zoals de 70–180mm G2, en je hebt een set met een constante F/2.8-opening, die alles dekt van uitgestrekte landschappen tot gedetailleerde tele-opnames.

Maar het kan ook compacter. Met slechts twee lenzen — de 20–40mm en de 35–150mm — ben je bijna net zo flexibel onderweg. Ook hier profiteer je van lichtsterke diafragma’s, soms zelfs F/2. Hiermee dekt je de meeste reisfoto’s af zonder constant van lens te hoeven wisselen.

Voor wie onderweg ook dieren of zeer verre onderwerpen wil fotograferen, is een supertele zoals de 150–500mm een uitkomst.

De veelzijdige 50–400mm of de lichtere 50–300mm zijn ook interessante opties, en beide combineren perfect met een groothoek zoals de 17–50mm of — voor een extra compacte setup — met de lichtsterke 20–40mm.

En dan is er nog de ultieme minimalistische optie: de nieuwe 28–300mm F/4–7.1 Di III VC VXD. Deze all-in-one lens dekt bijna alles van groothoek tot tele dat je op reis nodig hebt. Hij is licht, compact en veelzijdig — perfect voor iedereen die met één lens wil reizen zonder concessies te doen aan flexibiliteit of beeldkwaliteit.

Dus of je nu gaat voor het klassieke trio, een flexibel duo of een ultracompacte all-in-one, er is een combinatie voor elke reis. Licht ingepakt en altijd klaar voor dat speciale moment.

Bekijk de stap-voor-stap gids hier: